zondag 11 oktober 2009

De mini-scanner



Ik word steeds nieuwsgieriger. In het verregende schoolschriftje dat mijn patiënt als medisch dossier heeft meegenomen, lees ik dat ook deze patiënt enkele dagen eerder een andere dokter heeft bezocht. Ik heb blijkbaar concurrentie. Dit is al de derde patiënt vanochtend. In het schriftje staat weer een lijst diagnoses met een opsomming van voor mij onbekende producten met een prijs ernaast. Dit keer staat er: Malaria, nierfalen, obstipatie, buiktyfus. Daaronder staat de lijst met 12 namen. Het lijken geneesmiddelen die zijn voorgeschreven. Geen van de namen van medicijnen zegt me iets maar de prijzen die er erbij staan gekrabbeld zijn indrukwekkend. Het totaal is meer dan twee keer het maandsalaris van de patiënt die bij het schriftje hoort. ‘Heeft u dat echt allemaal betaald?’ Vraag ik hem. Hij blijkt drie geneesmiddelen te hebben uitgezocht. De rest was te duur. Blijkbaar hadden de medicijnen nog niet het gewenste effect want hij komt vandaag bij mij met hetzelfde probleem: Nachtzweten en kortademigheid.

Ik werk in een gebied met 30 duizend inwoners in het tropisch regenwoud diep in de binnenlanden van Congo-Brazzaville. Dat ik hier een van de weinigen ben die de westerse geneeskunde uitoefent en dat er veel alternatieve geneeswijzen bestaan is me de afgelopen negen maanden dat ik hier werk wel duidelijk geworden. Het merendeel van de andere geneeswijzen laat zich echter niet zo makkelijk zien. Behalve verhalen van patiënten en littekens in de huid is er vaak weinig van terug te vinden. De kennis van de sjamanen is geheim en ze schrijven nooit iets op in de schriftjes van de patiënten dus het blijft vaak gissen wat ze precies uitvoeren. Wellicht zijn er ook methodes die tot genezing leiden maar ik zie natuurlijk alleen de patiënten waarbij eerdere behandeling niet werkte. Nu blijk ik in het dorp een nieuwe collega te hebben die wel iets opschrijft en bovendien de namen van westerse ziektes kent. Maar hoe komt deze dokter aan zijn diagnoses? En wat voor medicijnen schrijft hij voor? De patiënt geeft me het antwoord: De nieuwe dokter is een Congolees die diagnoses stelt met een mini-scanner en ziektes behandelt met Chinese medicijnen.

Het blijft even stil in de spreekkamer. Dit antwoord roept vooral nieuwe vragen bij me op. Mijn patiënt lijkt mijn nieuwsgierigheid te begrijpen want hij stelt voor om samen bij de nieuwe genezer langs te gaan. Hij is op zijn beurt benieuwd wat ik ervan vind en wil me laten zien hoe de scanner eruit ziet. Even later rijden we samen over de smalle zandwegen naar een wat afgelegen wijk waar op de gevel van een van de lemen huizen inderdaad ‘Medecine Chinoise, consultations avec mini-scanner’ staat geschreven.
De dokter die de Chinese geneeskunde uitoefent blijkt een Congolese man van middelbare leeftijd. In het verleden werd hij opgeleid in het universiteitsziekenhuis in de hoofdstad Brazzaville als ‘assistent sanitaire’. Enkele jaren geleden heeft hij een cursus gedaan bij Chinese dokters die hem hebben omgeschoold. Sindsdien is hij gestopt met de Westerse geneeskunde. Enthousiast vertelt hij dat de Chinese methode erg succesvol is. Hij heeft inmiddels klinieken geopend in drie verschillende steden in het land. Ik zie de gespannen gezichten van de wachtende patiënten voor zijn huis en ik voel zelf ook wel wat gezonde spanning. Wat zou het in godsnaam zijn, die scanner? Terwijl we zijn spreekkamer inlopen legt hij zijn manier van werken uit: Een anamnese en lichamelijk onderzoek zijn niet nodig. De mini-scanner geeft de diagnose. Het apparaat zit in een groen koffertje dat is verbonden met een accu. Ik mag als proefpatiënt plaatsnemen en mijn rechterhand op een kussentje in de koffer leggen. De man schakelt het apparaat aan waarna er een soort kermismuziek begint te spelen. Met een elektrode die verbonden is met het apparaat begint hij nu mijn linkerhand af te scannen naar mogelijke ziekten. Hij toont hierbij een plaatje van een hand met afbeeldingen van allerlei organen en ziektes op specifieke plekken langs de huidlijnen op de hand. Malaria zou op aan de laterale zijde van mijn ringvinger te vinden zijn. Ik blijk gelukkig geen malaria te hebben. Als hij in de buurt van mijn pols komt veranderd de muziek uit het apparaat en krijg ik een schok. Het is een vreemde bizarre gewaarwording waardoor ik meteen begrijp waarom het apparaat zo’n succes is bij de bevolking. De dokter kijkt me daarbij indringend aan. Ik wacht op een verklaring. Hij zegt echter nog niets en werkt geconcentreerd door. Ik doe mijn best te begrijpen waarom ik op sommige plaatsen een shock krijg en op andere plaatsen niets voel maar ik krijg er geen grip op. Zou hij ergens met zijn andere hand steeds een knop indrukken of geleid het weefsel op sommige plaatsen beter? Als hij klaar zegt de dokter dat ik geen ziektes heb. Ik ben bijna teleurgesteld. Als hij mij even later zijn apotheek laat zien blijkt dat de medicijnen voor het merendeel bekende middelen zijn met een voor mij onbekende merknaam ‘made in China’. Zo zijn er bijvoorbeeld tabletten amoxicilline, chloramphenicol en kinine. Deze medicijnen heeft hij ingekocht bij een Chinees bedrijf in Kameroen.








Ik moet het allemaal even tot me door laten dringen. Het begrip scanner is bekend van de televisie en er is een CT-scanner in de hoofdstad. Het apparaat spreekt erg tot de verbeelding want je zou er alles mee kunnen zien. De naam mini-scanner is dus handig uitgezocht en het scheelt de assistent bovendien veel tijd. Lichamelijk onderzoek, laboratorium onderzoek, röntgenonderzoek. Het is allemaal niet meer nodig. En wat die Chinese medicijnen betreft: Natuurlijk zijn de Chinezen ook geïnteresseerd in het ontwikkelen van gezondheidszorg in Afrika. Wij hebben niet het alleenrecht om 'onze' geneeskunde te promoten. De farmaceutische industrie is big business en niet alleen voor Amerikaanse en Europese bedrijven. Vorige week kreeg ik nog een email van een collega tropenarts uit Malawi met het bericht dat ze het erg druk heeft omdat haar Afrikaanse collega op reis is om een gesubsidieerde acupunctuurcursus te volgen....
Terug in ons ziekenhuis vervolg ik het consult van mijn patiënt. Nachtzweten en kortademigheid was de reden voor zijn komst. Hij blijkt ook acht kilo te zijn afgevallen in de afgelopen drie maanden. Het lichamelijk onderzoek toont een subfrebiele temperatuur van 37,8 en bij het beluisteren van de longen is er verminderd ademgeruis rechts onder. Het laboratorium onderzoek toont een sterk verhoogde bezinking bij een normaal aantal witte bloedcellen. De HIV test is negatief. Een dag later vinden we bij het sputumonderzoek zuurvaste staven en is de diagnose pulmonaire tuberculose bewezen. De patient geeft aan dat hij meer vertrouwen heeft in onze diagnostiek dan in de conclusie van de mini-scanner. Of dit vertrouwen alleen te danken is onze expertise weet ik niet zo zeker. Er is een andere factor die zwaar meeweegt: Bij ons is zijn behandeling gratis.