donderdag 1 april 2010

Een zondag zonder voetbal

De voetbalwedstrijd is afgelast deze zondag. De reden: er hebben een aantal teamgenoten het dorp verlaten op zoek naar werk omdat ze door het houtbedrijf ontslagen zijn als gevolg van de wereldwijde economische crisis en de verliezen op de beurs in Europa. Ik baal ervan want ik heb zin in voetbal: het is een van de weinige momenten dat ik even niet met ziekenhuis bezig ben en we zouden spelen tegen een goed team van de duane en de politie. Ik was vanmorgen vroeg nog vol in de veronderstelling dat de wedstrijd door zou doorgaan. We hadden volgens de planning om 8 uur moeten beginnen maar wijs geworden door ervaringen uit het verleden was ik om 9 uur gaan kijken of er al spelers op het veld waren. Niemand te bekennen op het roemruchte Stade de Pokola. Op de terugweg zie ik bij het winkeltje voor 'tous les besoins' dat  tevens dienst doet als stamkroeg van het team reeds een aantal spelers aan de flessen bier hangen. 
‘Nee, te weinig spelers. Vandaag geen match.’

In plaats van een goede pot Congolees voetbal te spelen (mijn jeugdtrainer in Nederland noemde deze stijl vroeger altijd 'hotsknotsbegoniavoetbal', zeg maar 'ieder voor zich en god voor ons allen'), zit ik even later aan tafel met een commissie van notabelen die het werkplan voor de HIV-preventie voor 2010 moeten uitwerken. Ik voorzie dat de vergadering eindeloos gaat duren, voordat de belangrijkste punten aan de orde zijn. Zoals gebruikelijk krijgt iedereen het woord voor een lange inleiding maar ik acht het niet verstandig om in te grijpen. Het is showtime voor een personeelschef die aangewezen is als lokale manager van het HIV project en duidelijk even zijn klasse en gezag moet laten tonen voor een aantal andere commissieleden. Gelukkig gaat de telefoon. Yolande, de HIV-verpleegkundige uit het ziekenhuis belt me of ik met haar mee wil voor een informatiebijeenkomst over HIV in een van de kerken in het dorp. Ze is onverwacht hiervoor uitgenodigd en hoopt hulp te krijgen bij deze in haar ogen wat lastige missie. Ik verontschuldig me bij de overige commissieleden dat er iets belangrijks voor het ziekenhuis moet worden gedaan en rij het dorp in.

Aan kerken geen gebrek in Pokola. Er zijn wel zo'n 80 kerken in het dorp met ongeveer 12 duizend inwoners en op zondagochtend klinkt er overal muziek in het dorp. Yolande had gezegd dat de bijeenkomst in de Pentecote kerk is, de hier zowel beruchte als befaamde pinkstergemeente. De kerk moet ergens aan het einde van de ‘weg der kerken’ liggen.

Ik heb religies altijd intrigerend gevonden. Ik ben nieuwsgierig wat mensen motiveert en religie is hierbij iets dat voor mij vaak ongrijpbaar blijft. misschien komt het omdat ik niet
 bepaald religeus opgevoed. Als 6-7 jarige werd ik zondags tijdens een korte periode met religieuze opvoedkundige intenties van mijn ouders, meegenomen naar ‘de handeling’ een soort mis voor kinderen van de Christengemeenschap in Zeist. De mis begon met serieuze muziek, vaak een Bach cantate of zoiets, met daarna een verhaal uit het nieuwe testament met een boodschap die ik nooit begreep. Tenslotte liep de priester met een zeer ernstige blik een ronde om alle kinderen een hand te geven en te vragen of je hem zou gaan zoeken. Dan moest je antwoorden: ‘Ja, ik zal hem zoeken’. Ik begreep nooit wie ik precies moest zoeken en kreeg steevast het gevoel dat ik dus iets niet goed deed. Na een aantal maanden hebben mijn ouders het opgegeven. Sindsdien ben ik er niet veel geloviger op geworden maar op reis ben ik uit nieuwsgierigheid behoorlijk wat kerken binnengelopen. Bijvoorbeeld in Italië, Frankrijk, Spanje, Peru, of op het eiland Flores in Indonesie. Soms werd er net een mis gehouden en dan keek ik naar de ingetogen biddende of zingende volgelingen. Een fascinerend schouwspel maar hoe meer ik me erin verdiepte hoe onbegrijpelijker het werd. Hoe kunnen mensen bijbelverhalen letterlijk serieus nemen en besluiten een zogenaamd godvrezend leven te leiden in plaats van je eigen gevoel te volgen en zelf verantwoordelijkheid te nemen voor wat je doet?

In de Bijbel staan mooie verhalen maar dat geldt ook voor de Ilias, de Odyssee, de Kalewala, de sprookjes van Grimm of de fabels van LaFontaine. Je kan uit verhalen best wat lessen halen volgens mij maar je moet vooral ook blijven relativeren dat de persoon die het heeft opgeschreven ook maar vanuit een bepaalde situatie in een bepaalde tijd de zin en onzin van het leven interpreteerde. 
Hier in Pokola is de keuze van het geloof in mijn ogen alles behalve vanzelfsprekend. Hoe kan de Bijbel, met verhalen die voor de bevolking hier erg ver van hun cultuur en leefomgeving afliggen, zo dominant aanwezig zijn? Wat maakt dat mensen hier, diep in het oerwoud, zich zo graag laten sturen door de verhalen uit de Bijbel, die zich in een compleet andere context en cultuur afspelen? Natuurlijk zijn er niet voor niets veel lokale afsplitsingen van kerken die de conclusies uit de Bijbel sterk laten beïnvloeden door Congolese culturele gebruiken en geloof. Zo prediken sommigen bijvoorbeeld dat mannen meerdere vrouwen mogen hebben terwijl dit onderwerp uit de Bijbel in veel westerse landen heel anders wordt gelezen. Maar hoe komt het dat deze afsplitsingen wel de Bijbel als basis blijven gebruiken? Waarom is het christelijke geloof in het openbare leven zo bepalend? Hoe hebben de missionarissen dat ooit voor elkaar gekregen?
Ik vraag de verpleegkundigen wel eens wat zij denken over hoe dat komt maar dan lachen zij vaak alleen om mijn vreemde vragen. Soms provoceer ik wel eens om een reactie uit te lokken. Bijvoorbeeld afgelopen week toen een religieuze zuster na een onverwacht voorspoedige genezing van een patiënt uitlegt dat God het zo gewild heeft. Ik weerlegde dit met een quasi serieuze blik omdat mij die nacht in een droom zou zijn verteld dat dit geen wonder van de God uit de Bijbel is, maar het ongelofelijke werk de Grote Bosgod Obouma. Hilariteit alom maar ik werd door sommigen ook wat onderzoekend aangekeken omdat die twijfelden of ik wel een grapje maakte...

Ik weet wel ik dan ergens een gevoelige snaar raak: er bestaan hier minstens zoveel veel verhalen over bosgeesten en iedereen hier gelooft daar eigenlijk minimaal net zo hard in als in de Bijbel. Alleen niet openlijk.
 Traditionele spirituele leiders spelen dan ook een zeer belangrijke rol spelen bij het oplossen van sociale conflicten en medische problemen. Maar voor niet ingewijden blijft dit vaak onzichtbaar. De verhalen hierover hoor je alleen maar van sommige mensen die je erg goed hebt leren kennen.

Op een zondag zoals vandaag zou je denken dat in Pokola alles draait om het christelijke geloof. En veelal op een nogal andere manier dan bij de Christengemeenschap uit mijn kindertijd. Het is vaak een zeer uitbundige bedoeling. Weinig ingetogen, godvrezende, biddende volgelingen, maar vooral mensen die dansen en zingen. We rijden langs de Katholieke kerk waar prachtig aangeklede families rondlopen met kinderen die vrolijk spelen terwijl hun ouders de nieuwtjes van de week bespreken.
Ik ben er een paar keer naar de mis geweest. Ik woon en leef tenslotte in deze cultuur en als je probeert te integreren in een wereld waar iedereen gelooft leek me het goed te proberen er iets meer van te begrijpen. De tradities bij de katholieken, daarbij kan ik me wel enigszins indenken - zeker als je familiaal belast bent en je omgeving je als kind goed geïndoctrineerd heeft - dat je er wat in ziet. Het geeft hier de indruk dat het sociale samenzijn bindender is dan harde boodschappen uit de bijbel. Eenmaal per week gezellig samen dansen en zingen en dan weer naar huis. Niet te veel verplichtingen en voor je fouten is er altijd vergeving. Tsja.

Na de katholieke kerk passeer ik onder andere les Temoins de Jehova, l’eglise Evangelique du Congo, l’eglise Orthodoxe du Congo en vele anderen. Ergens moet dus ook l’eglise de Pentecote, een Pinkstergemeente, te vinden zijn. Heb ik me in deze geloofsgemeente nog nooit in verdiept, maar met een naïeve blik wordt je niet gehinderd door voorkennis. We gaan het zien vandaag. 


Ik weet dat de kerk zich ergens richting van de weg naar Ouesso moet bevinden. Ik ben in het dorp zeker 15 kerken gepasseerd nu. Uit de ene kerk klinkt vrolijk gezang, uit de andere een opzwepende muziek met de stem van fanatiekere prediker en in een volgende stampvolle kerk zie ik een zwijgende menigte en is het doodstil. Aan het einde van de weg staat een lange man in driedelig pak te zwaaien. Hij stapt bij me in de auto om me het laatste gedeelte te begeleiden. We rijden een weggetje in dat ik nog niet ken en we stoppen voor een groot hek. Als ik wil uitstappen word ik tegengehouden. We moeten wachten tot het hek open gaat om naar binnen te rijden. Dat zal nog even duren, zegt hij, want de cameraploeg is nog niet klaar. De cameraploeg? Het bezoek schijnt officiëler te zijn dan ik dacht. Als het hek openzwaait, staat er een commissie van ontvangst klaar om ons binnen te ontvangen. De cameraman van TV Pokola is er inderdaad ook. Yolande is er al en staat met een verplichte witte hoofddoek op veelbetekenend naar me te knipogen. We begroeten de drie kerkelijke leiders die ons met veel respect ontvangen. Ik kijk ondertussen rond: Er zijn 5 grotere gebouwen op het terrein. De mis is in volle gang in een open kerkgebouw. De ongeveer 150 a 200 bezoekers passen niet allemaal in het gebouw en velen staan voor de open ramen mee te luisteren naar een opzwepende preek. Een veel grotere kerk voor ongeveer duizend volgelingen is in aanbouw en volgens de hoofdpastoor zal deze kerk eind dit jaar in gebruik genomen worden. Daaromheen staan andere gebouwen die als ziekenzalen dienen. We krijgen een korte introductie over de doelstelling van de kerk om op spirituele wijze zieken beter te maken. Het blijkt het plan te zijn om eerst samen de mis bij te wonen waarna Yolande en ik ieder een verhaal mogen houden over genezing door dokters, het belang van zorg in het ziekenhuis in het algemeen en voor het voorkomen en behandelen van AIDS in het bijzonder. Daarna zullen we een rondleiding krijgen om de zieken te ontmoeten.

Na de introductie schrijden we gezamenlijk de kerk binnen. Ik verwacht een soort verwachtingvolle stilte of wellicht een welkomstlied maar ondanks het feit dat we zeer prominent midden door de kerk naar het altaar worden begeleid valt onze binnenkomst niet erg op. Er is iets anders gaande dat meer aandacht trekt. Terwijl een man predikt in Lingala rennen er een stuk of tien vrouwen, schreeuwend als bezetenen, kris kras door de ruimte voor in de kerk. Ze botsen tegen mensen, banken en muren en enkelen vallen vrij hard op te grond waar ze beginnen te rollen. Een van de pastoors fluistert in mijn oor dat de prediker met Jezus hulp bezig is demonen uit te drijven.

Ik ga maar zitten op een stoel die me wordt aangeboden. Na een tijdje beginnen er mensen te zingen en wordt het wat rustiger. De pastoor vertelt dat er gemiddeld zo’n dertig mensen zijn opgenomen in de ziekenzalen op het terrein en dat er vandaag een groep genezen verklaard gaat worden. De vijf genezen mensen zijn allemaal vrouwen en ze blijken vandaag nog een soort ritueel te moeten doormaken. Exorcisme komt veel voor hier maar ik had het tot nu toe alleen op de tv gezien. Het is vrij heftig om de enorme emoties te zien de loskomen bij de vrouwen. Ze worden in een rij op hun knieën gezet. De pastoors houden, begeleid door muziek, de hoofden van de vrouwen vast waarbij ze schuddende bewegingen maken en teksten prevelen. Daarbij lijken de vrouwen in een staat van hysterie terecht te komen. Aan het einde worden ze naar buiten gebracht, in sommige gevallen gedragen, omdat de persoon niet meer in staat zijn te lopen. De prediker blijft ons ondertussen voortdurend verzekeren dat Jezus met ons is. 

Na een luchtig lied, gezongen door een groep jonge vrouwen met aantal drummende jongens is het tijd voor een verhaal uit de bijbel. De pastoor die ons heeft uitgenodigd neemt het woord. Ik ken hem ergens van maar kan het niet plaatsen. Hij leest een verhaal voor van een vrouw die heel veel dokters bezocht maar niet genas. Uiteindelijk had Jezus haar in een oogopslag genezen. Ik ben over het algemeen erg teleurgesteld in de medische activiteiten van kerken hier en ben een aantal keer echt kwaad geworden als er weer een ernstig zieke patiënt met een behandelbare ziekte wegliep of ontvoerd werd uit het ziekenhuis voor spirituele genezing waarnaar de persoon in kwestie simpelweg overleed door gebrek aan medicijnen. Dit gebeurde de afgelopen maanden echt bijna wekelijks en meestal gaat het om HIV patiënten die de realiteit van hun ziekte niet willen en kunnen accepteren en dan in hun ontkenning steevast een warm onthaal vinden in de huizen van de Heer. Als ze inderdaad in de hemel komen na hun dood is het wellicht inderdaad de meest snelle manier om de Heer te ontmoeten maar ik betwijfel of doodgaan echt hetgeen is dat zij nastreven. De hoop is vaak gevestigd op de miraculeuze genezingen in kerken zoals deze. Dit fenomeen is indringend gefilmd in Kinshasa door de Belgische documentairemaker Gilles Remiche in 'Les merchands de miracles' (te zien op dailymotion). Ik was echt geshockeerd door die documentaire maar dit live meemaken is pas echt verbijsterend. Woede voel ik opkomen als denk aan de HIV positieve kapster die vorige week na een intensieve behandeling voor een zware longontsteking en vele HIV counseling sessies wegliep uit het ziekenhuis toen het iets beter met haar ging. Ze weigerde te accepteren dat ze AIDS heeft en wil zich voor haar gewichtsverlies en diarree verder door haar pastoor wilde laten 'behandelen'. Ten dode opgeschreven.

Maar het lijkt me nu het niet erg zinvol om ruzie te zoeken. Ik probeer niet te dramatisch te denken en mezelf van een afstand te zien zitten in deze situatie. Het helpt me vaker op dit soort momenten om mezelf dan als een toeschouwer te zien in een bizarre film. Het is als je je betrokkenheid uitschakelt bijna lachwekkend hoe de pastoor ons met zijn belachelijke bijbelverhaal lijkt uit te dagen. Hij zegt zelf letterlijk benieuwd te zijn naar de reacties op zijn stellingen waarin godsgenezing voorop staat. 

Terwijl ik met verbazing luister snap ik opeens waar dat gevoel van herkenning vandaan kwam toen ik hem de kansel op zag klimmen. Ik wist niet dat hij priester was maar ik weet nu weer waar ik hem eerder heb gezien en dat verklaard ook meteen waarom we vandaag zijn uitgenodigd. Opeens snap ik waarom we, terwijl een bezoek van Yolande jarenlang werd afgewezen, nu wel welkom zijn: De afgelopen maanden was deze pastoor regelmatig in het ziekenhuis voor de behandeling van zijn vader, een ongeveer 60 jarig man die vroeger als verpleegkundige werkte, maar die nu zelf leed aan een invaliderende ziekte: elefantiasis. Deze chronische worminfectie in de lymfevaten heeft ervoor gezorgd dat zijn rechter been en voet sterk zijn opgezwollen. Dit geeft, met enige verbeeldingskracht, het beeld van de poot van een olifant. De man leed al jaren aan deze ziekte en eerdere medische en vooral ook religieuze behandelingen hadden teleurstellende resultaten opgeleverd. Zonder te weten dat ik een pastoor uit de Pentecote kerk voor me had, had ik vader en zoon over het ziektebeeld verteld. Onze behandeling leverde tot hun verbazing een goed resultaat op waardoor de ze hier onder de indruk zijn van wat we in het ziekenhuis kunnen. 

Als de pastoor klaar is met zijn verhaal mogen wij praten. Ik mag als eerste naar voren komen om te pleiten voor betere samenwerking tussen kerken en ziekenhuizen. Kerken kunnen veilig onderdak bieden en mensen helpen en adviseren een gezond leven te leiden maar zieken moeten door dokters worden behandeld. Ik pas me maar een beetje aan mijn omgeving aan en het is mooi om te merken dat de spreekstijl die ik van de bezoeken in de katholieke kerk heb geleerd hier zeer goed werkt. Je brengt je stellingen als retorische vragen aan het publiek die dan natuurlijk massaal bevestigend beantwoord moeten worden: 'Als als God bestaat en als Hij de wereld heeft geschapen, heeft hij dan ook de Pastoren geschapen? Publiek: 'Ja, hij heeft de Pastoren geschapen!'  Ik: En heeft Hij dan ook de Dokters geschapen? Publiek: 'Ja, Hij heeft de Dokters geschapen!' Ik: 'En wie zou hij hebben geschapen voor het behandelen van zieken? Publiek: 'Dat zijn de dokters!'. 
Zo gaat het nog even door en er komt aan het einde van mijn betoog zowaar een enthousiast applaus.  

Daarna komt Yolande aan het woord en in haar verhaal over HIV overtreedt ze meteen de vooraf gestelde regels dat er niet over condooms en seks gesproken mag worden. We worden niet de kerk uitgegooid al zie ik fronsende wenkbrauwen bij de pastoors. Met haar charme krijgt ze echter zoveel support van de massa dat de pastoors niet boos kunnen worden lijkt het. 
Dit is waar Yolande goed in is en waarom het zo bijzonder is met haar te werken. Haar enorme lef om ook hier weer haar eigen verhaal te durven te vertellen: Ze vertelt hoe zij zelf ooit door haar tante werd meegenomen naar een goede dokter toen ze in het eindstadium van HIV, nog maar 40 kg wegend, bij een traditionele genezer lag. Dankzij een goede dokter met moderne medicijnen is ze uiteindelijk hersteld maar het virus zal ze altijd bij zich houden. Tien keer sterker dan het bijbelverhaal. En gelukkig is de uitdagende sfeer weg en wordt de samenwerking voor de toekomst door de pastoor ingezegend. Daarna worden er nog wat psalmen gezongen voordat we de mis verlaten om een rondleiding krijgen langs de ziekenzalen. 

De rondleiding blijkt een soort zaalronde te worden zoals in een ziekenhuis, waarbij de pastoors de zieken een voor een aan de dokter presenteren. In de mannenzaal liggen 5 mannen. De eerste zou een alcoholprobleem hebben en ligt al enkele weken met een ketting om zijn enkel op bed met dagelijks genezende gebeden. Hij zegt zelf dat langzaam het beter gaat. Daarnaast zijn er wat mannen opgenomen die moe zijn en vermagerd (een HIV test zou geen onverstandig idee zijn) en er ligt een man met een 20 cm groot abces in zijn bil dat na een week bidden niet veel kleiner is geworden. Voor mij niet echt verassend. Als ik aanbiedt hem de volgende dag in het ziekenhuis van het abces af te helpen vindt iedereen het een goed idee waarbij de pastoor benadrukt dat de gebeden al een hoop van de genezing hebben verricht en dat Jezus dan ook soms een arts vroeg het karwij af te maken. Het begint goed met de samenwerking. We lopen naar buiten waar op een open plek tussen de houten gebouwen een jongen van een jaar of 18 ook met een ketting om zijn enkel, die aan een groot blok metaal vast is gemaakt. Hij is verslaafd aan lijm en alcohol en door zijn familie ten einde raad naar de kerk gebracht. Zijn behandeling bestaat uit regen, zon en het woord van God. Hij schijnt zo al vier dagen zonder eten en drinken aan deze behandeling bloot te zijn gesteld waarbij het gewenste resultaat is bereikt. De pastoor vertelt dat de patiënt een stuk rustiger is geworden en spijt heeft getoond van zijn daden. Dat verbaast me niet echt na zo’n behandeling. De jongen maakt een psychotische indruk. Het is makkelijk om de situatie keihard te veroordelen. Dit zijn natuurlijk methodes uit de middeleeuwen en waar haalt een kerk het recht vandaan zo in te grijpen? Maar als ik nog eens naar de jongen kijk met zijn verwilderde blik en het verhaal van zijn vader aanhoor die wanhopig is omdat zijn zoon hem alles afgepakt heeft wat van waarde was en daarbij erg agressief was, is een alternatieve oplossing nog niet zo eenvoudig. Er zijn hier geen psychiatrische klinieken met isoleercellen. De politie helpt alleen tegen betaling en zal zijn zoon waarschijnlijk nog hardhandiger hebben aangepakt. Ik ben ook geen psychiater natuurlijk maar biedt aan de volgende dag met de jongen, zijn vader en een tolk rustig te gaan praten tijdens mijn spreekuur in het ziekenhuis om dan eventueel antipsychotica voor te schrijven als ze hem vandaag vrij laten. Ze vinden het een goed plan. 

In de vrouwenzalen bevinden zich veel vrouwen die een periode rust en gebed nodig hebben. De kerk blijkt ook een soort ‘blijf van mijn lijf huis’ voor vrouwen die thuis mishandelt worden. Voor een vrouw met een incomplete miskraam en een patiënt met lepra vragen we of ze hen de volgende ochtend naar het ziekenhuis willen brengen.Voor hen zal enkel bidden niet genoeg zijn. De pastoor lijkt het met me eens te zijn. De rondleiding is afgelopen en voor de nog steeds draaiende camera worden Yolande en ik uitgebreid bedankt door de pastoor en zijn gevolg waarna we uitzwaait worden terwijl we het terrein afrijden. Yolande praat weinig. Ze is duidelijk ongelukkig met de ideeën van de priesters die de goede behandeling voor HIV-patienten in de weg staan. Ik probeer haar uit te leggen dat ik wat positiever ben omdat het is voor mij toch ook een openbaring is dat ze zo open over hun ideeën willen praten en toch wel lijken te willen samenwerken. 
Ze gaan discussie niet geheel uit de weg. 
Bovendien willen ze de opgenomen film laten uitzenden op de lokale zender TV Pokola waarbij veel mensen het verhaal van Yolande zullen aanhoren. Maar wellicht ben ik naïef en zullen ze van de samenwerking misbruik proberen te maken om nog meer zieltjes te winnen voor hun miraculeuze behandelingen. We zullen zien van er van komt de komende tijd. 

We rijden terug naar de vergadering over de strategie voor de preventie en behandeling voor HIV in 2010 en komen net op tijd aan voor een van de belangrijkste onderwerpen: de rol van de geestelijk en maatschappelijk leiders. We brengen wat suggesties in. Als het er in veel van de andere 30 kerkgemeenschappen net zo aan toe gaat als in de Pentecote kerk wordt dit nog een behoorlijke uitdaging.

Wanneer ik een paar uur later Yolande terugbreng naar haar huis vlakbij de katholieke kerk, zie ik mijn medespelers uit het voetbalteam nog aan het bier zitten. Ik besluit op de terugweg een biertje mee te drinken. Het is even inkomen want ik lig duidelijk een paar rondjes achter. We hebben het over vrouwen natuurlijk. Sinds ik ben aangeschoven gaat het over het verschil tussen westerse vrouwen en Afrikaanse vrouwen. Westerse vrouwen zijn volgens hen veel beter in bed. Niemand heeft daar overigens ervaring mee maar iedereen schijnt het te weten. Dit komt, zo vertelt mij de linksachter met de bijnaam De Schaar (vanwege zijn specialiteit: slijdingen met twee benen op de bal en de man), doordat er nogal wat pornofilms op mobiele telefoons circuleren waarbij onvermoeibare blanke vrouwen het een na de andere exotische standje aannemen om te laten zien hoe dat bij de blanken aan toegaat. Dit misverstand is niet uit de wereld te helpen. Men gelooft er heilig in. Het onderwerp van gesprek verandert niet veel maar wordt in ieder geval goed uitgediept. Ik hou wel van dit soort avonden. Het enthousiasme is aanstekelijk er wordt alles behalve rekening gehouden met het feit dat de dokter meedrinkt. Dat is ook wel eens fijn voor de afwisseling. Ik ben in veel gevallen namelijk wel hun dokter maar dat is na een paar biertjes snel vergeten. Van een calvinistisch schuldgevoel hebben zij duidelijk geen last: Een patiënt die vorige week nog met druiper voor me zat krabt vrolijk voor mijn ogen in zijn kruis met de mededeling dat alles het weer doet, de president van de voetbalclub die moest stoppen met drinken vanwege ernstig leverfalen vertelde net trots dat hij echt geen bier meer drinkt, maar tikt in enkele uren tijd vrolijk 4 kartonnen literpakken rode wijn achterover. En een patiënt die volgens Yolande nog steeds niet wil accepteren dat hij HIV heeft zit voor mijn ogen duidelijk achter een 16-17 jarig barmeisje aan. Ik kan het toch niet laten hem met een beetje een gemaakt grapje te wijzen op het belang van het condoom maar het komt maar half aan lijkt het. Hopelijk is het alleenstaande barmeisje (dat ik ken omdat ik een keer een ongewenste zwangerschap bij haar heb verwijderd) een beetje assertiever en denkt ze niet alleen aan geld verdienen om haar kind te kunnen voeden maar ook aan haar eigen veiligheid vanavond. Ik hoef het gelukkig allemaal niet mee te maken en besluit met een van de jongens uit ons laboratorium die net langsloopt wat 'coupé-coupé
' te halen bij de zoon van de slachter: Heerlijk op houtskool geroosterd rundvlees. Daarna rij ik in de Landcruiser langs de openluchtdisco met live drummers op het donkere grasveldje bij de markt richting bed. Iets te veel biertjes zou een agent in Nederland zeggen maar met wat extra focus gaat het die 2km naar huis wel goed denk ik, blijkbaar toch ook enigszins besmet door de Afrikaanse mentaliteit....  
Morgenvroeg zal ik tijdens de overdracht in het ziekenhuis maar weer eens een onderwijssessie doen over sexueel overdraagbare aandoeningen. Volgende week hopelijk genoeg nieuwe spelers voor een voetbalwedstrijd.